Festivalbalans: de plus- en minpunten van Hullabaloo 2025
In dit artikel:
Hullabaloo 2025 profileert zich nadrukkelijk als het instapfestival van het Noorden: een toegankelijk evenement met vooral jonge bezoekers, maar ook aantrekkelijk voor allerlei leeftijdsgroepen. Organisator 4PM Entertainment zet dit jaar in op verbreding van zowel het terrein als het programma, met wisselende resultaten.
Wat opvalt aan het terrein is de uitbreiding van Hulla-Island: het eiland is nu via een loopbrug bereikbaar, kreeg extra podia en een aantrekkelijke wateroase. Dat zorgt voor betere spreiding van de drukte en biedt rustpunten tussen podia; als de vijver volgend jaar ook als zwemlocatie wordt opengesteld, zal het eiland nog populairder worden. Een simpele maar effectieve toevoeging is het hoogwerkerpodium bij de mainstage: een DJ-set op hoogte houdt het feest gaande zodra het hoofdpodium stilvalt en toont dat het festivalpubliek goed begrepen wordt.
Tegelijkertijd blijven er knelpunten. De geluidskwaliteit bij de mainstage laat te wensen over; rustige passages, nieuwe nummers en artiestenspeeches verdrinken vaak in het rumoer van pratende bezoekers. Ook de horecaprijzen zijn hoog: lage entreeprijzen lijken deels gecompenseerd te worden door dure etenswaren en het werken met munten, waardoor een festivalpizza en snacks opvallend duur uitvallen.
Het randprogramma (Hulla-Village) werd uitgebreid om dagvullend aanbod te bieden. In praktijk fungeren veel activiteiten echter vooral als gezinsvoorziening, wat fijn is voor ouders met kinderen maar minder aanspreekt voor oudere, kinderloze festivalgangers. Muzikaal is er bovendien veel overlap met voorgaande jaren: grote namen als Snelle, Racoon, Maan, Rondé en Goldband stonden al eerder op de line-up, wat de innovatiekracht remt, ook al krijgen nieuwe acts wel een podium.
Conclusie: Hullabaloo levert met deze editie een ruime voldoende en verstevigt zijn positie als betaalbaar instapfestival in Noord-Nederland. Om toekomstig succes te bestendigen zou het festival meer aandacht moeten geven aan geluid en programmatische vernieuwing, en kritisch naar prijsbeleid en voorzieningen kijken.